Vandaag zouden we weer verder afzakken naar het Zuiden, en we hadden de wekker gezet. Dat was schrikken vanmorgen, maar we hadden de verse broodjes! We hadden de tijd zo ruim genomen dat we uiteindelijk een ferry eerder naar de overkant hebben genomen. Vanaf de camping Furoy kan je de veerboot zien aankomen, en als de boot op het midden van het fj ord vaart, heb je nog tijd genoeg om erheen te rijden. Onderweg zo nu en dan zon, maar ook veel bewolking. De tweede ferry duurde ruim een uur, en onderweg passeer je dan de Poolcirkel. Daarna zijn we een paar keer gestopt voor een mooi uitzicht, vorig jaar hebben we deze route ook gedaan, maar dan de andere kant op. Toen was het vreselijk slecht weer, en zagen de bergen er heel anders uit. We zijn ook gestopt om garnalen te kopen om zelf een lekker broodje te kunnen maken. Op de meeste lag toen geen sneeuw meer, terwijl er nu nog volop sneeuw ligt. Op de derde ferry stond ook een auto met schapen, dat was heel gezellig! En onderweg zagen we hoe een zee-arend door een aantal meeuwen werd verjaagd. Na de mooie hoge brug bij Sandnessjoen zijn we een slaapplek gaan zoeken. Bij de tweede camping, in Offersoy, hebben we een prachtige plek gevonden. Bij aankomst was het eb, maar nu we bijna naar bed gaan, staan we vlakbij zee. Er staat niet zo heel veel wind meer, maar de zon schijnt alleen in de verte op de bergen. We zijn toch wel blij dat we onze donsjasjes hadden meegenomen.
juni 2015Monthly Archives
Sneeuw en zon!
Vanmorgen werden we wakker omdat onze houten hut aan het kraken was, want de zon ging schijnen! Op ons gemak hebben we in het zonnetje ontbeten, en ingepakt voor de reis naar de gletsjer. De Svartisen hebben we al twee keer gezien, van verschillende kanten. En nu gaan wij hem met de auto van achter benaderen. Eerst kwamen we een infobord tegen waarop stond dat we in de buurt archeologische vondsten konden zien. In de gladde stenen waren tekeningen gegraveerd waar de mosjes op gingen groeien. We zijn een pad naar boven geklauterd en gelukkig lag er een pijl bij de tekening, zodat wij het konden zien. Erg duidelijk was het niet. Vervolgens met de auto naar boven, door een tunnel zonder verlichting! En na een tweede tunnel konden we halverwege niet verder, er lag gewoon sneeuw op de weg. En niet een klein beetje, maar je zag gewoon geen weg meer. Gelukkig was er een tweede route, die we wel een heel eind konden volgen, maar ook hier ging de weg niet verder. We zagen wel mensen lopen en sporen in de sneeuw, dus zijn wij ook verder te voet gegaan. Het werd een prachtige wandeling, deels over de sneeuw, deels over de rotsen. We zagen heel veel prachtig blauwe plekken in de verder nog bevroren meren. En ook veel kleine bloemetjes, keutels in de sneeuw en heel bijzondere stenen. We hebben genoten, en natuurlijk boven geluncht met warme thee en Polarbrood met kaas, stukje chocola voor toe!
Op de terugweg hebben w e boodschappen gedaan, en de makreel als voorgerecht gegeten. Daarna vlees op de nieuwe bbq, en nu staan de broodjes in de oven voor morgenochtend. De kok is weer druk bezig, en gaat straks nog een vis vangen.
Een prachtige route, een zeehond en veel regen.
De keuze om niet naar de Vesteralen en Lofoten te reizen was erg lastig, maar het weer deed ons toch de route wijzigen. We hebben de Noren nog nooit over het weer horen klagen, hun motto is: Er is geen slecht weer, er is alleen slechte kleding. Dit jaar klagen zij zelfs over hun zomer. Vanmorgen dus op weg via de mooie Kustweg 17. De Saltstraumen lagen op de route, dit is een enorme maalstroom waar we al eerder zijn geweest. Maar als het dood tij is, valt er weinig te beleven. En echt heel toevallig kwamen we op een prima tijdstip. Eerst kon Eelco nog wat vissen, en toen het water begon te stromen, was het weer prachtig. Grote kolken, krijsende meeuwen (en toeristen die in de wind op de foto wilden!). Op het volgende stuk hadden we afwisselend miezer, regen en windvlagen, en zelfs zo nu en dan een heel klein beetje zon. Op een paar plekken zijn we uitgestapt, voor een mooi uitzichtpunt of een visplek. Op één van deze stopplaatsen ging Eelco op zoek naar een goede visstek, Katja bleef liever in de warme auto om aan de sok te breien. Maar Eelco belde al snel, hij had een zeehond gespot! En daar kon het breiwerk beste even voor wachten. Gelukkig liet de zeehond zich nog een keertje goed zien.
We wisten al naar welke camping we toe wilden gaan, daar waren we vorig jaar ook geweest. Furoy camping, met uitzicht op de Svartisen gletsjer. Dit jaar hebben we gekozen voor twee nachten in een hutje. Geen uitzicht over de gletsjer, maar lekker warm en uitzicht over het fjord.
Na het eten zijn we nog even naar het andere eind van het eiland geklommen, Eelco heeft daar eerst wat koolvis gevangen, en daarna nog drie makrelen. Eentje mocht mee terug en die hebben we meteen nog even gerookt (om half twaalf ‘s nachts). We zitten nog steeds ten Noorden van de Poolcirkel dus het blijft hier dag en nacht licht.
Koperwinning in de sneeuw.
Vanmorgen hebben we eerst boodschappen in Fauske gedaan. En terwijl Katja geld ging pinnen, heeft Eelco met het beetje Noorse kleingeld dat hij nog had bij een vissersboot een zak vers gekookte garnalen gekocht. Eerst een paar geproeft en de rest moest wachten tot de lunch.
Op een plaatsnaambord hadden we Sulitjelma zien staan, en op de kaart stond daar een gletsjer. Het internet gaf hier heel weinig informatie over, en wat wandelingen betreft was er maar eentje, van 520 kilometer! Toch waren we erg nieuwsgierig geworden, en zijn we de 35 km lange weg opgereden. We reden door drie oude tunnels, en kwamen bij een mijn-museum, maar we konden ook nog verder omhoog. Dat leek ons wel wat en uiteindelijk kwamen we in een wintersportgebied, veel grote huizen met twee of meer verdiepingen, waar appartementen in zaten. Hier hebben we op de par keerplaats een broodje met garnalen gegeten en een lekkere warme kop thee. Het wandelen hier wel lastig omdat er nog veel sneeuw lag. We reden terug naar het museum, er was heel veel bewaard gebleven, en we werden zeer uitgebreid geïnformeerd. Ook kregen we een Noors filmpje te zien, waarbij we koffie of thee met een koekje kregen. En wat bleek, de huizen boven waren nog van de periode dat de mijnen werden gebruikt. Daarboven werkten wel 400 mannen, die daar in de appartementen sliepen. En de tunnels waar wij doorheen waren gereden waren eerst voor een enkelspoors treintje, later in 1972, zijn ze vergroot voor de auto’s. Terugrekenend zou het best kunnen zijn dat mijn omie hier doorheen is gereden. En ook zou het heel goed mogelijk zijn dat zij eerder al eens op de camping hebben gelogeerd waar wij nu staan.
Vanavond hebben we pizza gegeten, en zijn we tot de conclusie gekomen dat we niet verder naar het Noorden gaan, maar dat we via de Kustweg 17 naar het Zuiden reizen.
Regenen sneeuw, rendieren en elanden.
Halverwege de nacht stopte het met regenen, maar toen we buiten wilden gaan ontbijten, begon het al weer te miezeren. En toen we net dachten dat het weer droog werd, begon het te plenzen. Dit heeft zich zo herhaald totdat we uiteindelijk rond twaalf uur met een kletsnatte tent in de auto de camping afreden. Tussen de buien door deden de muggen agressieve aanvallen op de onbedekte delen deden zich te goed aan ons warme bloed.
Het plan was om vandaag via Arvidsjaur in Arjeplog te blijven slapen, en daar wat te wandelen.
Het regende en bleef regenen en in Skelleftea hebben we boodschappen gedaan, een broodje garnalen gegeten, en getankt. Daarna op weg naar het westen. Dit was wel de mooiste route die we gedaan hebben. Het begon met bossen, daarna een soort duinen en veel stenen en rotsten. Onderweg veel bordjes met overstekende elanden of rendieren er op. Je verwacht dan meteen dat er iets voor je auto zal springen, maar je ziet ze meestal als je ze niet verwacht. Zo zag Katja een eland gewoon in een weiland lopen, en stonden er ineens drie rendieren midden op de weg. En dit was nog maar het begin. Heel veel rendieren, met jongen, nog in wintervacht (grijs/wit). De elanden lieten zich minder gemakkelijk spotten, maar daar hebben we ook een paar van gezien. En toen we in Arjeplog bij de enige camping in de omgeving aan kwamen, werden wij erg “verdrietig”, veel asfalt en nog veel meer kleine hutten in keurige rijtjes op datzelfde asfalt. En omdat het nog steeds regende, besloten we door te rijden tot in Noorwegen waar we wel een goede camping wisten te vinden. Vanaf dat moment werd het nog een stukje frisser en zagen we in de verte al bergen met sneeuw. Later lag de sneeuw zelfs nog langs de weg, en was een heel meer nog bevroren. In Noorwegen reden we meteen een pas over, en na een tijdje zagen we het fjord. Rond 22:00 uur hebben we de tent opgezet.
Boven de poolcirkel blijft het de hele nacht licht, dus dat was geen probleem. Gelukkig hebben we elektriciteit, en het kacheltje doet er alles aan om de natte tent te drogen, en ons lekker warm te houden.
Geocachen in Skuleskogen.
Nadat we vanmorgen de tent hadden ingepakt, zijn we nog een keer teruggegaan naar het Nationaal Park Skuleskogen. Deze keer namen we de westelijke ingang. Op de kaart hadden we gezien dat we drie kleine wandelingen konden combineren. En tussendoor konden we meteen wat geocaches zoeken (voor diegenen die ons blog nog niet eerder hebben gelezen; geocaching is schatzoeken in de natuur, met een gps). Het eerste wandelingetje was erg gemakkelijk over een loopbrug naar een uitzichtpunt, daar vonden we cache nummer 1 van vandaag. Het volgende rondje begon ook met een van planken gemaakt pad, maar al snel konden we over de boomstronken klauteren, en kwamen we uit bij een schuilhut. Hier konden we ook de tweede cache gaan zoeken, de gps wees als zoekplaats een grote boom aan.
Meestal zit de schat dan onder een wortel of hangt in de takken. Hier was echt niets te vinden, en bovendien was de cache zowel in de zomer als de winter (dus met sneeuw) te vinden. Nadat we het eigenlijk al hadden opgegeven en Eelco water ging koken voor een kopje thee, keek Katja nog één keer in de boom, en ja hoor ongeveer 15 meter boven de grond, in de top van de boom, zag ze een kokertje hangen. Eelco is toen echt de boom ingeklommen, en we konden onze naam op het logrolletje schrijven (hij had gelukkig een pen mee naar boven genomen!).
De derde cache van vandaag lag bij een hele mooie hut, uitzicht op het water in de verte, gelukkig konden wij deze onder wat stenen vinden. Hier kwamen wij twee Zweedse zussen tegen, die dachten verdwaald te zijn, maar uiteindelijk precies op de plek waren waar ze wilden zijn. Na wat heen en weer geklets in het Engels, zijn wij in een stevig tempo teruggelopen naar de auto.
De reis gaat verder naar het Noorden, eerst nog even naar de Fjällraven-fabrik met outlet, waar we een leuke bbq hebben gekocht en Katja eindelijk haar draad-meter heeft gevonden, waarmee ze de lengte van haar gesponnen draad kan meten.
We zijn neergestreken bij de Lufta-camping in Anäset, en bij het opzetten van de tent werden we voor het eerst belaagd door muggen.
Hoge Kusten, Skuleskogen.
Vanmorgen zijn we echt heel vroeg opgestaan, en meteen hebben we de tent ingepakt, en zijn vertrokken. Bij het Naturum, een informatiecentrum, hebben we ontbeten met kaker (taartjes) koffie en thee. We hebben wat informatie bij elkaar gezocht, en zijn daar het bos in gelopen. Via een aantal trappen, trapjes en steile klimmetjes, kwamen we eerst bij een grot, en later boven op de top aan (geen idee hoe deze berg heet, maar het is één van de vele bergen en eilanden van de Hoge Kusten die 9600 jaar geleden zijn ontstaan doordat ze omhoog gestuwd zijn door het ijs en de zee). Wij dachten daar op een rustig uitzichtpunt te zijn beland, maar aan de andere kant kwamen de toeristen met de stoeltjeslift omhoog! In een hut kwamen wij een Noorse danseres en een muzikant tegen, die daar op de berg een Performance zouden geven.
Voordat het zover was, hebben we een broodje met thee genomen in het restaurantje dat ook op de top stond. Video beelden kan je hier vinden : https://www.youtube.com/watch?v=76m7GryLKu0 en https://www.youtube.com/edit?video_id=_H53mOnITnM&video_referrer=watch
Na deze culturele verrassing in zo’n mooi theater gingen we, op advies van een gids, via de gemakkelijke kant terug. Gelukkig hoefden we niet alle trappen achterstevoren weer naar beneden. Door de regen was dit pad wel glibberig geworden, maar het was heel goed te doen.
En of we nog niet genoeg hadden van het lopen in de regen, zijn we naar het Nationaal Park Skuleskogen gereden. Via een houten pad zijn we naar een kleine campingplaats gelopen. De gids had ons dit geadviseerd, maar onze tent is toch te zwaar om een kleine kilometer te sjouwen naar dit prachtige plekje aan de zee. We hebben er nog wel even een kop thee gedronken onder een afdakje en zijn verder naar het Noorden gereden. In Överhörnäs hebben we een leuke kleine camping gevonden, waar je toch ook de weg nog hoort. Maar door de regen op de tent, merk je er niet veel van. In Örnsköldsvik, waar een grote skischans vlak boven de benzinepomp beneden komt, hebben we boodschappen gedaan. En bij het VVV meteen ook een campinggids meegenomen. Vanavond vroeg naar bed, morgen willen we nog een stuk wandelen in Skuleskogen.
Welke camping?
We werden bijtijds gewekt door de kapitein, en nadat we in Zweden waren aangekomen, zijn we meteen richting de Hoge Kusten gereden. Dat is ruim 800 km en dat hebben in de TomTom gezet. Het maakte ons eigenlijk niet zoveel uit waar we terecht zouden komen vandaag, als we maar de goede kant op gingen. We hadden zonnig weer, de bermen stonden vol bloeiende lupine, en we konden lekker doorrijden. Bij één van de rotondes onderweg was een kraampje waar we een doosje aardbeien hebben gekocht. Op de kaart had ik gezien dat in de buurt een meertje met een uitzichtpunt was. We reden er niet helemaal goed naar toe, en kwamen dus per ongeluk een grote steen tegen. Uit de eerste eeuw na Chr. en met met een hele mooie inscriptie.
Bij het meertje hebben we de aardbeitjes gegeten, en daar lag ook toevallig, een geocache vlakbij.
De rit verliep verder voorspoedig en onderweg bij een benzinepomp/snackbar/supermarkt in Gnarp, hebben we meteen als een stel truckers een hamburger gegeten. Ondertussen kwamen verschillende Gnarpers hier hun boodschappen doen, en er wonen bijzondere mensen!
We waren al heel ver gevorderd toen de brug naar de Hoge Kusten op de kaart in zicht kwam. We reden de brug over terwijl enorme wolken in het fjord dreven. Het zoeken naar een tentplek was erg lastig, dat zijn wij niet echt gewend. En via een paar camperplekken, een hutje en heel veel mooie uitzichten, kwamen we uiteindelijk om middernacht op een camping aan. Deze lag wel heel erg dicht bij de snelweg, en we hebben dan ook bijna geen oog dicht gedaan. Woensdagochtend waren we hier dan ook weer snel weg!
De overtocht.
Vanmorgen verse broodjes gehaald, en toch ook nog maar een stuk pepermuntchocola. Daarna op ons gemak naar Kiel gereden, met een omweg om Hamburg (via de A1) vanwege wegwerkzaamheden. In Kiel aangekomen bleken we midden in de Kieler Woche te zijn beland. Het zag er gezellig uit, en onze boot was ook met vlaggen versierd. Voordat we aan boord mochten, werden we gecontroleerd. Het was een veiligheidscontrole en de beambte vroeg of wij messen bij ons hadden. Ja natuurlijk, maar omdat we beloofden dat we ze niet mee zouden nemen aan boord en alleen zouden gebruiken voor het fileren van de zelf gevangen vis, mochten we de boot op.
Toen we aan boord gingen begon het te regenen, dus hebben wij ons in de lounge vermaakt met internet en breien.
Bij de afvaart was het gelukkig droog, zodat we het dek op konden om alle boten en bootjes te kunnen bewonderen.
De zee is heel vlak , en tijdens het diner hebben we een heleboel bruinvissen kunnen zien. We zijn net onder de brug doorgevaren, het is niet de brug van de serie The Bridge, maar de brug tussen Nyborg en Halsskov in Denemarken. En omdat we deze keer een hut met raam hebben, keken we gezellig vanuit de hut.
We mogen weer!
Een paar weken geleden kreeg ik van mijn moeder twee schriftjes die van mijn opa en omie waren geweest. Mijn opa was heel secuur en heeft in het ene schriftje aan de rechterkant de route uitgeschreven, van plaats naar plaats en tijdens de reis kon de afstand worden ingevuld, en ook het aantal liters benzine dat eventueel getankt werd. Links was plek voor het dagboek.
In het andere schriftje stonden de nummers van de paspoorten en rijbewijzen, de telefoonnummers van de familie en de poste-restante adressen. Maar ook adressen van de Citroëngarages waar ze eventueel met hun Dyane naar toe konden als er problemen waren. Voorin het schriftje stond de zeer uitgebreide paklijst. Helaas heeft mijn opa de reis niet meer mogen maken, maar na zijn overlijden is mijn oma met vrienden naar de Noordkaap geweest. In het schriftje heeft ze een dagboek bijgehouden zoals opa dat had gepland.
Ook wij hebben een paklijst, een digitale. Wij nemen echter geen nylon onderbroeken, nylonkousen en manchetknopen mee. Ook de pepermuntchocolaatjes, die zij in grote getale meenamen, hoeven wij niet in te pakken. Maar wij nemen ook wel rijst en wat blikvoer mee, maar dan wat minder.
Zij sliepen in hutten, wij gaan (ijs en weder dienende) in de tent. En de route is ook anders, wij reizen met de boot vanaf Kiel naar Göteborg, en rijden via Zweden naar de Lofoten en Vesterålen. De Noordkaap is voor onze reis net iets te Noorderlijk. Maar ik twijfel er niet aan dat wij net zoveel gaan genieten als zij hebben gedaan. En jullie mogen met ons meelezen!