Maar we beginnen even op de Simskardet semi-wildplek. We worden wakker met zon in de tent, en met die zon zijn ook de muggen en dazen weer aanwezig. We klappen eerst de tent in, en gaan dan meteen de rivier in. We lopen terug door het bosje, en het is net alsof je door een wasstraat gaat, de dennenboompjes slaan je met hun takken droog. We doen contant geld in de nieuwe brievenbus, en gaan richting Zweden.
Er wordt hard gewerkt aan de E6, we tanken bij Namskogan. Als we weer van de snelweg af zijn, willen we een tunnel in, maar deze is éénbaans en er komt ons een auto tegemoet. Dat is wel even raar, maar we gaan er toch maar in, en er zijn gelukkig een heleboel M-plekken (dat is een blauw vierkant bord met een M, hier kan je elkaar passeren). Aan het einde van de tunnel zien we de Gammle Steinfjellsvei, en een bord verboden voor auto’s. Maar op dat moment komt er een auto uit. En bij goed lezen zien we dat het om auto’s gaat die zwaarder zijn dan 4 ton, of een aanhanger hebben. Dat hebben wij niet, en Eelco checkt nog even bij de bestuurder van de auto, het is goed te doen! Wij reden dus terug over de oude weg die over de tunnel gaat. En natuurlijk is het hier heel erg mooi, veel meertjes, en kleine parkeerplekjes. Bovendien heeft iemand hier ook weer een geocache neergelegd.
We rijden door en komen natuurlijk weer terug beneden bij de ingang van de tunnel, die we deze keer helemaal voor ons alleen hebben. Via het Stora Blasjon rijden wij de Villmarksvegen op naar het Noorden. En de volgers die elk jaar meelezen weten dat we daar ook al eerder zijn geweest, we willen rendieren zien! We rijden het Stekenjokk op, het plateau, en zien helemaal niets. Aan het einde open wij een stukje, maar we zien hier ook geen levend wezen, behalve een nerveuze muis (en de muggen en dazen). Een beetje teleurgesteld rijden wij weer terug over het plateau, zien nog steeds geen rendier, en gaan naar de Campa garna her, de semi wildplek. Onze plek is bezet door een enorme bus en een tent, dus moeten we een andere plek zoeken, en we staan nu echt heel erg leuk. Na het eten gaan we nog even aan de overkant een avondwandeling maken, we lopen over de houten plankjes tot aan het meer, en weer terug. Hier ook geen rendieren, wel een paar kikkers en padden, en wat vogels. En bij het tanden poetsen worden we getrakteerd op een prachtige roodpaarse lucht.
De volgende dag is bijna 10 graden kouder, we slapen een beetje uit, spoelen ons snel af in de rivier en gaan snel nog even terug naar het Stekenjokk.
We zien weer niets, we herkennen wel de plekken waar we een paar jaar geleden honderden rendieren in de sneeuw zagen. En ineens, na een bocht zien we wat lopen. Als we beter kijken, zien we dat er een enorme kudde loopt, verdeeld over een paar weitjes. We maken wat foto’s en blijven even kijken. We rijden door tot aan het hoogste punt, en besluiten weer terug te rijden, en wat te eten te maken in de buurt van de kudde. Het is fris, het miezert, en er staat een stevige wind, langzaam komen ook wolken binnen drijven. We eten ons brood terwijl we naar de rendieren kijken. Dan rijden we via de zuidelijke Villmarksvegen verder.
Bij Gaddedde drinken we wat, en mogen we meteen de accu gratis opladen, ze hebben ook heerlijke zelfgebakken koekjes bij de thee/koffie. We rijden met regen via Stromsund naar camping Route 45, omdat deze bij Hammerdal aan de E45 ligt. daar merk je gelukkig helemaal niets van. De camping is best vol maar alle grote campers staan bij elkaar en op een ander veldje staan de tenten en kleine campers. We lopen na het eten nog een loipe-rondje, en als we net naar bed willen gaan, zien we nog een bever in het water.
Na een heerlijke douche, en lekkere verse broodjes, gaan we verder afzakken. We bezoeken eerst Ostersund, een heel gezellige stad. En dan, als we net weer op de E45 rijden, ziet Eelco een beest in het bos langs de weg, gelukkig kijk ik ook meteen, en we zien een beer die naar de weg loopt, zich dan bedenkt en het bos weer in hobbelt. Dit ging allemaal zo snel dat we geen tijd hadden om een foto te kunnen maken. Maar gelukkig hebben we um alletwee gezien, en we hebben een foto van het verkeersbord waar hij/zij vlakbij stond. Nu willen we eigenlijk wel meer zien, of nog een beer, of in ieder geval een eland. We rijden een klein weggetje op, komen op een leuke plek voor lunch, vinden wat geocaches, en hebben een bijna-botsing met een tegemoet komend busje dat niet opzij gaat.
Maar geen eland of beer, dus gaan we 315 op en komen in het skigebied Harjedalen. Bij Hedeviken gaan we naar camping Sonfjallscampen. Ook deze kennen we al, en komen ook hier op een nog mooiere plek te staan. We gaan in de avond nog een rondje over het eilandje maken en vinden 3 geocaches. Daarna kunnen we ook de sauna nog in, het is al bijna donker als we ons afkoelen in het meer.
We slapen heerlijk, maar willen vroeg opstaan omdat het vandaag erg gaat regenen en wij een stuk willen afzakken naar et Zuiden. Het is nog droog als we inpakken, eten ook hier lekkere verse broodjes, en rond half tien rijden wij de camping af. Onderweg begint het wel goed te regenen, en in Sveg doen we een Fikaatje bij de supermarkt. Dat klinkt erg ongezellig, maar dat valt reuze mee. Bovendien kan je dan een beetje kijken naar de Zweden die daar ook meestal met een groepje zitten, en dat is natuurlijk erg leuk. We rijden verder naar Mora, en daar is het droog. We lopen door de winkelstraat, lunchen bij een leuk tentje, en we gaan natuurlijk nog even bij het Paard kijken. Daarna lopen we ook nog even binnen bij het Vasaloppet museum. De Vasaloppet is een langlauf-wedstrijd van 90 km lang, ik denk dat het een evenement is dat te vergelijken is met onze Elfstedentocht of de Vierdaagse. We hebben alle speldjes gezien, tijdschriften, deelnemerslijsten en natuurlijk foto’s van de al dan niet bekende winnaars. Eelco wilde een foto maken van de finish en kwam daar een Deen tegen, die al een paar keer had meegedaan.
We rijden weer verder en het plenst van de regen, en dan ineens is daar de zon die zich even laat zien. We zetten de camping in Tived in de Tom Tom omdat we ineens hebben besloten dat we daar naar toe willen, zodat we daar morgen kunnen wandelen. In Orebro eten we eerst nog even een pizza, en het laatste uurtje is aangebroken, we komen nog net op tijd aan, de camping was eigenlijk al aan het sluiten. We staan op een nat grasveld, en omdat we het kleed op Simskardet hebben laten liggen, gebruiken we nu de zak van de daktent als kleed zodat we geen natte voeten krijgen.
One Response to “We hebben een jonge bruine beer gezien!”