Een klein klimmetje op de Nipfjallet.

Het zonnetje scheen vanmorgen, en we hebben ons heerlijk in de rivier kunnen wassen. In Idre gingen we eerst naar het turistbyra, en voordat we naar binnen konden, sprak een praatgrage Zweed van 81 jaar ons aan. Hij was fotograaf, en we mochten niet weg gaan voordat we een boek van hem hadden ontvangen. Het was een heel gezellig gesprek over de foto’s, zijn rijke verleden met een enorm stuk land met hout voor de papierindustrie, een vreselijk dure Corona-test die hij moest laten doen, en een cross-country wedstrijd die deze week gehouden zou worden in Idrefjäll.
Wij gingen richting Nipfjället, en ja hoor, daar waren we ook al eerder geweest. Maar vandaag reden we een stuk verder over de grussweg, en kwamen aan het eind op een volle parkeerplaats. De weg naar de top Lillnipen was keurig met trappen en houten vlonders aangelegd. Het weer begon goed, maar tussendoor vielen er kleine buitjes. Terwijl we in de verte zagen dat het behoorlijk regende bij de berg Städjan. Ook hoorden we zo nu en dan wat gedonder. De terugweg hebben we via een omweggetje gedaan, langs een paar rendieren.

De terugweg hadden we ingesteld op Strömsund, omdat we daar de Vildmarksvägen op willen. TumTum begint ons al aardig te kennen, en stuurde ons door het prachtige Härjedalen via kleine wegen. Onderweg heeft Eelco hier en daar gevist en gevangen, we hebben wat gedronken en Katja heeft gebreid. Erg mooie natuur, en het weer bleef zonnig met buitjes.

Uiteindelijk kwamen we op de 84, en vlak voordat we bij Hedeviken waren, reden we langs het Randsjön. Het eerst paadje naar het meer eindigde bij een huisje, geen kampeerplek dus. De tweede weg reed naar een soort strandje. Er stond al een auto met tentje, wij zetten onze daktent helemaal aan de andere kant, en net is er nog een Frans busje tussen gaan staan. In het meer zwemmen twee lawaaiige eenden, en in de verte horen en zien we onweer. Er ligt al wat droog hout, dus het kampvuur kan straks lekker aan, tegen de muggen en de afkoeling.
Helaas, het bleef onweren en ging heel hard waaien en regenen. We hebben in de tent gegeten, en de zon scheen, terwijl het behoorlijk regende.