Vandaag zijn we de bergen in gegaan, eerst naar de Vinjevegen, een bom-weg (tol) met de zogenaamde grus, dat is grind. De auto ziet er nu uit alsof we dwars door de woestijn zijn gereden. Bij één van de kleine meertjes zagen we forellen springen, en Eelco heeft geprobeerd ze te vangen. Eén kleintje kon de lekkere vlieg niet weerstaan. Weer een stukje verder bij een ander meer geprobeerd, ook Fenna gooide een hengeltje uit. Maar omdat er nogal een stevig windje stond, waaide de lijn steeds terug. Het meer was geen succes, maar de omgeving was wel goed voor een paar mooie foto’s. 
We zijn aan de andere kant van de weg een stukje omhoog gelopen om wat te eten en te drinken. Fenna en ik zagen eerst muisjes, maar later leken het toch wel hele mooie hamstertjes, bruin met een zwarte streep over de rug. Uiteindelijk bleken het lemmingen te zijn geweest. Hier vonden we ook een heel mooi gewei!
Verder de Vinjevegen af en aan het einde de Friisvegen op, dat hadden we nog niet eerder gedaan. Het was daar ook vreselijk mooi. Tot groot genoegen van Fenna liepen hier paarden los, Katja vond de loslopende schapen al wild genoeg. We hebben hier ook nog een aantal caches gezocht en gevonden, ondanks dat de gps alleen maar op stroom uit de auto wil werken. Dat probleem hebben we opgelost door zo dicht mogelijk in de buurt te rijden, en verder te zoeken met de mobiel. Omdat het zo nu en dan een beetje regende, zijn we de laatste paar kilometers doorgereden naar Ringebu. Daar konden we de boodschappen halen. Jammer dat we te laat waren voor de winkeltjes, want die waren al dicht gegaan, het zag er stil, maar wel gezellig uit.
We hebben de terugweg dezelfde weg genomen, omdat dat nu eenmaal de snelste route was. En bovendien blijft het een prachtig stuk. Toch nog even geprobeerd wat te vissen, omdat het nu windstil was. In het dal hingen de wolken, en op de camping hadden we een vijvertje in onze tuin gekregen. De tent hadden we al op het hoogste stuk gezet.
We hebben lekker pannenkoeken gegeten met Noorse spek en Nederlandse kaas.
